Woord en wederwoord
Hugo (tv – smartphone)
Persoonlijk ben ik er zeker voor dat die armen menswaardig kunnen leven.
En ik versta natuurlijk dat zij ook graag tv kijken, naar het WK voetbal bijvoorbeeld. Maar, ze hebben dan een flatscreen tv, zo groot. Is dat nodig, vraag ik dan, zo’n dure tv, zeker als ge al krap bij kas zit?
En dan kunt ge zeggen: daar moeten wij ons niet mee moeien. Neen, maar ze kunnen op het einde van de maand hun rekeningen niet betalen.
Dan is het kiezen, dat is bij ons ook zo.
Magda
Kansarme mensen hebben soms een grote tv die dan nog de ganse dag aanstaat. Ze zitten dan ook dikwijls alleen thuis wegens langdurige familieruzies ofwel zijn ze altijd op straat omdat het thuis te ongezellig is. Het is ook opvallend hoe dikwijls kansarme mensen een nieuwe gsm of liever nog een smartphone of tablet kopen en dan telkens een nieuw telefoonnummer hebben.
Ah ja, zei me eens iemand, als je de rekening niet meer kunt betalen is het goedkoper om een nieuwe gsm aan te schaffen met een ander nummer erbij en het oude toestel gewoon weg te gooien.
Kansarme mensen kunnen dikwijls maar heel gebrekkig lezen en schrijven. Ze zijn daarover beschaamd en durven geen raad vragen om die ingewikkelde smartphone of tablet te bedienen. Een sms openen en beantwoorden is al te moeilijk voor veel mensen. Gewoonlijk leren ze er alleen mee telefoneren en foto’s maken. Hun drang om ‘erbij te horen’ – die wij natuurlijk allemaal hebben – doet hen duurdere toestellen kopen dan ze nodig hebben. Ze laten zich ook gemakkelijker beïnvloeden door de reclame en ze worden er gemakkelijker slachtoffer van.
Hugo (brooddozen)
We mogen dat ook allemaal niet overdrijven. Akkoord, ze hebben het moeilijk, maar soms gaat het zelfs over kleine uitgaven, die al een probleem zijn.
Dan moeten ze toch budgetcontrole aanvaarden, ze verplichten om zich te laten helpen. Daar is toch niks mis mee, anders blijven ze arm. Ge hoort dan dat ze spreken van generatie-armoede. Als ze het na zoveel generaties nog niet kunnen, dan moeten ze maar hulp aanvaarden.
Hilde
Het gebeurde op zondag 2 september. Het was onder andere rommelmarkt op ’t Schoolplak, in de buurt van ’t Stuivenbergplein.
De dag nadien was het eerste schooldag.
Ik sta daar achter een tafel met spullen die we verkopen ten voordele van de Don Boscokapel. Een Marokkaanse moeder met haar zoon van ongeveer 13 jaar, blijft staan aan mijn kraam.
De moeder ziet een brooddoos liggen. Ze wisselt met haar zoon enkele woorden in een vreemde taal. Ik zie hen beiden knikken en ze geeft mij 25 eurocentjes voor die brooddoos. Opeens ziet de jongen nog een brooddoosje staan tussen alle spullen op mijn tafel. Ik zie zijn blij gezicht. Hij richt zich weer tot zijn moeder en opnieuw krijg ik 25 cent toegestoken.
Dit gebeuren is me bij gebleven. Ik maakte de bedenking: Hoeveel kindjes zijn daar nog thuis, voor wie morgen de school begint? Hoe zouden de boterhammen morgen meegenomen zijn naar school zonder die twee brooddozen?
Bij de voorbereiding reageerde Harry spontaan:
Bij ons op school zijn er op het einde van elk schooljaar een berg brooddozen over. Een wereld van verschil…
Hugo (werk)
Volgens mij kan iedereen wel iets doen. Akkoord, dat is niet altijd plezant werk.
Maar heeft uw baas al eens gevraagd of ge uw werk plezant vindt? En als ge werkt, dan doet ge iets terug, dat geeft structuur aan uw dag, en ge voelt u iets waard.
Het moet toch van twee kanten komen, ze verplichten om iets te doen.
Ze zeggen ‘arm maakt ziek’, ja, maar laat ze werken, dan zullen ze zich beter voelen en minder vlug ziek zijn.
Magda
Vele kansarme mensen zijn laaggeschoold en hebben geen diploma behaald.
Dat maakt hen kwetsbaar op de arbeidsmarkt. Ik ken een jonge vrouw die het drie weken volhield om in een callcenter te werken. Ze zat constant met twee telefoons aan haar oren en moest zoveel mogelijk mensen overtuigen om ’t een of ’t ander te kopen. Dat werkte heel deprimerend en zenuwslopend. Ze werd er ziek van.
In de keuken van een restaurant kreeg ze dan weer de zwaarste klussen toegeschoven, gaande van zakken aardappelen en ajuinen naar boven dragen tot gedwongen worden om onbetaalde overuren te maken. Poetsen ging ook niet langer omwille van de slechte verbinding met het openbaar vervoer. Ze moest de burelen
’s morgens vroeg en ’s avonds laat gaan poetsen. Vele kansarme mensen zijn gewoon niet in staat om hun hoofd mentaal voldoende vrij te maken om uit werken te gaan. Ze zitten constant onder de stress van het overleven of ze kunnen de hoge prestatiedruk gewoon niet aan. Een liberaal beleid dat teveel gericht is op arbeidsactivering, creëert dus alleen maar meer armoede.
Duiding: Magda
Het klinkt cru maar echte kansarmen of generatiearmen zijn een volk apart.
Deze mensen stoppen zich weg en het is goed dat we hen toch opmerken en leren waarderen. Als kind hebben ze te weinig kansen gekregen, te veel miserie en uitsluiting meegemaakt, om met onze maatschappij mee te kunnen. Ze hebben geleerd om te overleven. Ze leven dikwijls van dag tot dag omdat de toekomst te bedreigend is. Vandaar ook dikwijls hun geldverspilling. Wat ze vandaag kunnen kopen, hebben ze dan toch al.
Ik heb onder kansarme mensen al een heel sterke solidariteit gezien. Ze begrijpen en steunen en waarderen elkaar. Ze willen geen sukkelaars zijn maar vragen om begrip voor hun niet-meekunnen in veel zaken. Zij hebben ook niet zelf de plaats van hun wieg gekozen.