2018.02.03 Van lichtmis tot pannekoeken

Welkom

welkom in viering van lichtmis

mogen wij ons gedragen weten door het licht

inleiding

Niemand in ons voorbereidingsgroepje wist veel over lichtmis.
Dus gingen we voor deze viering snuffelen op wikipedia, in de bijbel, antroposofische boeken, enz.

Het resultaat van onze zoektocht presenteren we dit uur. Het wordt een gelaagd verhaal. We vertellen hoe lichtmis vertrekt vanuit een natuurgebeuren. Een bijzonder moment in het jaar. Een keerpunt tussen de donkere maanden en  terugkeer van de zon met haar licht en warmte.

Door de eeuwen worden verhalen en rituelen toegevoegd die de symboliek van het terugkerende licht gaan verdiepen en verinnerlijken.

We zitten rond het licht en vuur van kaarsen die nog restten uit de kerstperiode. We branden ze op want met Lichtmis sluiten we de kersperiode af.

Nog is hun licht welkom. Nog is het donker als de Vleugelviering begint en nog is het donker als we ‘s morgens  naar ons werk gaan.
En we vragen ons af: hoever is het duister dat met Sint Maarten begon, al gevorderd? Een duister dat dit jaar extra duister is doordat we de zon nauwelijks te zien krijgen. Hoever staat het met de nacht?

Lied 79  hoever is de nacht?
We zingen rechtstaand want zittend kun je niet ver kijken

Stilte

Nacht

‘Sinds de komst van het lichtknopje en straatlantaarns hebben we geen idee meer wat een nacht is. Hoe donker en koud het is. Hoe zwart. Hoe eng en beangstigend. Hoe lang die donkere maanden duren. Hoe het is om ‘s avonds enkel wat licht van kaarsen te hebben.

Toch zijn er nog ervaringen die ons vertellen dat de donkere winteravonden ons gemoed kunnen bepalen. Ik herinner me zo’n ervaring uit mijn humanioratijd in de jaren ’60. Wij woonden toen op het platteland, op een achttal kilometer van Brugge. Ik studeerde in het Onze-Lieve-Vrouwcollege te Assebroek bij Brugge. Onze avondstudie duurde tot zeven uur ’s avonds. Dat had voor gevolg dat ik, al vanaf het begin van het schooljaar in september, elke avond in het donker naar huis fietste, een half uur ver (zomertijd bestond toen nog niet!). Dat duurde tot na de paasvakantie. Ik herinner me nog steeds het prettige, aangename gevoel toen ik, naar het einde van het schooljaar toe, eindelijk naar huis kon fietsen terwijl het nog licht was. Elk jaar weer opnieuw was dit een hele openbaring.

Een gelijkaardig gevoel bekroop me ook, recenter, als ik in de lente, ’s avonds na het werk, eindelijk weer bij klaarlichte dag naar huis kon sporen vanuit Brussel, nu al iets vroeger in de lente, dankzij het zomeruur. Ik was er van in het begin, in de jaren ’70, grote fan van, van dat zomeruur, en ben het tot heden steeds gebleven. Heerlijk, die lange lichte zomerse avonden!! Ik kijk er al naar uit! ‘

Lied 152 Die ons voor het licht gemaakt heeft

Keltisch wiel

In oude tijden woonden in onze streken de Kelten. Hun leven stond in teken van de natuur. Zaaien, oogsten, eten uitsparen om de winter door te komen, …

Alles werd bepaald door de overvloedigheid of spaarzaamheid van het licht en de warmte van de zon doorheen het jaar. Dus was het belangrijk de gang van de zon in een jaar goed te begrijpen.

Ze vergeleken de gang van een jaar met een wiel. Met als hoogste en laagste punt: zomer- en winterzonnewende. En daartussen het moment waarop de dagen en nachten even lang duren: begin van de herfst en de lente.

De tijden tussen die 4 hoogtepunten verdeelden ze ook in 2: 1 mei, 1 augustus, 1 november en 1 februari.
Op en rond die 8 bijzondere jaarmomenten waren er rituelen en feesten die vaak drie dagen duurden. En zo ligt er tussen die feesten telkens een periode van ongeveer 40 dagen.

Rond 1 februari vierde men  het feest van Imbolc en de godin Birgit.
Het was een feest waarop men het vuur naar buiten bracht.

Een brandend wiel werd over de kale akkers gerold. De aarde wordt in vuur en vlam gezet zodat ze vruchtbaar kan zijn.

Later werd dit jaarmoment opgenomen in het Ierse christendom als St. Brigid’s day met als hoogtepunt van het festival het rooms-katholieke Maria Lichtmis.
De christelijke verhalen en symbolen pasten immers bij de verhalen en feesten die hier al werden gevierd. En ze voegden er een extra dimensie van verfijning en verdieping toe.

PIANO

40 dagen

In het moderne westerse leven nu hebben we niet veel aandacht voor de symboliek van de dingen. Maar in heel wat verhalen en culturen vinden we het getal 40 terug.

Moslims vieren het offerfeest 40 dagen na de ramadan.

Het volk Israël trok 40 jaar door de woestijn. Na 40 dagen stopte de zondvloed. Maria ging 40 dagen na de geboorte van haar zoon naar de tempel om Jezus op te dragen aan God.

Veertig staat symbool voor de tijd die je nodig hebt om een ingrijpende gebeurtenis te verwerken. Die gebeurtenis heeft iets met je gedaan en zet een verandering in jou in gang. Dat vraagt tijd. Daarvoor heb je 40 dagen of jaren nodig. En dan is er in jou iets veranderd.

In de natuur is het licht de bron van de verandering.

Vanaf  Sint Maarten op 11/11 wordt het steeds donkerder.  40 dagen. Dan is er  de winterwende, de grote duisternis. Vanaf nu gaat het lengen van de dagen op zijn snelst: wel 3 minuten per dag! Nog eens een dikke 40 dagen en het is 21 maart: het begin van de lente!

PIANO

Tijd van verwachting

‘Lichtmis valt dus precies halverwege de winterse zonnewende en de lente. We zongen bij het begin: ‘De morgen komt, zegt de wachter, maar nog is de nacht’.

Het is nog geen lente.  Maar het licht wordt anders, de hemel blauwer en meer en meer helder. De zon wint aan kracht en breekt gemakkelijker door de mist en de duistere wolken. Als je door het bos loopt, zien de bomen er nog doods en kaal uit. Maar als je goed kijkt, zie je dat de knoppen levendiger worden. Je voelt dat de uitkom gaat komen. Maar het is er nog niet. Het is een belofte. Wie goed kijkt, ziet wat nog niet te zien is.

En we hunkeren naar de vervulling van de belofte. We zorgen voor  vroegbloeiers in de tuin, ‘vroege vogels’ als het ware: in mijn tuin staan de knoppen van de camelia nu op springen.

De heldere blauwe lucht van februari (er zijn nog geen pollen in de lucht!) doet denken aan de mantel van Maria: helderheid van geest, nieuwe plannen maken, toekomst, dankzij het goddelijk licht dat brandt in ons hart en dat we nu naar buiten brengen. We worden lichtbrengers. ‘

LIed 152

Het verhaal van Simeon en Hannah

inleiding

Het bijbelverhaal dat mooi past bij dit jaarmoment, is het verhaal van de tempelgang van Maria. 40 dagen na de bevalling was er een joods gebruik ter reiniging van de moeder en om de eerstgeborene op te dragen aan God.

In die tempel zijn twee oude profeten: Simeon en Hannah.

Twee mensen die hun hele leven trouw zijn aan God en veel in de tempel vertoeven.
Oude mensen, in de winter van hun leven.
Veel- jarige mensen, die veel levenservaring hebben en daardoor meer ‘zien’ dan wij.
Met hun innerlijk oog zien zij, bij het aanschouwen van de kleine Jezus, dat dit kindje een beloftevol kind is, nl De Messias! Zij zien iets dat er nog niet te merken is  maar er wel al is!!

Dat merk je trouwens wel vaker wanneer oude mensen, kleine kinderen ontmoeten. Er is een bepaalde gevoeligheid bij kleine kinderen nog aanwezig, die bij ouderen weer terugkomt. Waardoor de ontmoeting van deze generaties soms veel intenser kan zijn, dan met de tussen-generatie van de ouders. Die zijn in die levensfase meestal veel meer met de materiële dingen van het leven bezig.

Simeon en Hannah verwachtten het heil van de wereld en worden a.h.w. met hun zesde zintuig naar de tempel gedreven, want daar wacht hen een grote Belofte. Door het aanschouwen van het Licht, worden zij vervuld van de Heilig geest. In hen is een dieper weten waarmee zij de Messias herkennen.

Hannah en Simeon zijn oud, maar toch vernieuwen zij zich in hun diepste innerlijk, waardoor zij veranderen en de belofte kunnen voorspellen.

Ouderdom en vernieuwing kan je zien als een metafoor voor alle situaties die vernieuwing nodig hebben. Voor ieder van ons is het op bepaalde momenten noodzakelijk om te vernieuwen. Kijk bv naar onze Vleugelgemeenschap. Als een nieuwe geboorte in de donkere winter. Als een meer bewust-worden: we laten licht in de donkere hoekjes van onze ziel, waardoor ons hart gaat stralen: we worden lichtdragers en lichtbrengers! Misschien kunnen we dan ook dieper zien met al dat licht !

Wij zijn vol verwachting van de nieuwe belofte in onze innerlijke geest . Het licht overwint de duisternis. Een nieuw lente, een nieuw geluid !

Lucas 2 : 22 –  39

stilte

oproep kring vormen

we gaan een kring vormen

we wensen mekaar bij wijze van vredeswens een lichtwens:

mogen wij het licht dat bij het begin van de kerstperiode werd verinnerlijkt, met lichtmis terug naar buiten brengen en zo lichtbrengers zijn

in de kring

voorbeden

‘Brengen wij in deze kring de mensen voor wie de nacht te lang duurt, wachtend op genezing van psychisch of fysisch lijden. ‘

40 dagen na kerst brengen wij het licht van onze kaars naar buiten. We bidden dat we het goede moment vinden en de goede plaats om ons licht te laten stralen: bij de slachtoffers van de explosie op de paardenmarkt, bij de slachtoffers van mensenhandel, bij vluchtelingen die dankzij onze regels en wetten  in onzekerheid levend

We sluiten af met Onze  moeder en Onze vader

kaarsen uitdelen

iedereen krijgt een kaars

‘In de Rooms-katholieke traditie begon de Mis op 2 februari met een kaarsen- of lichtprocessie. In de Mis werden de kaarsen gewijd. Hiervan komt de naam “Lichtmis”. De kaarsen werden meegenomen naar huis om ze te gebruiken bij speciale gelegenheden (wanneer iemand stervende was, bij hevig onweer, enz…).

Wij willen onze kaarsen branden als lichtbrengers, het licht dat in ons hart brandt en dat we naar buiten brengen waar het licht nodig is.’

ieders kaars wordt aangestoken met het licht dat in ons midden brandt.

Ondertussen zingen we lied 152

Als alle kaarsen branden, even stilte

‘We blazen de kaarsen uit en nemen elk onze kaars mee naar onze zitplaats en straks naar huis. Daar steken we de kaars aan telkens als het nodig is ergens licht te brengen.’

Slot

In het slotlied staat een zin die hier in de kerstperiode ook klonk,
een zin waarvoor onze kaars branden mag:

dat wij niet uit mekaars genade vallen

zingen wij lied 34 voor het licht

pannenkoeken

Vervolgens nodigen we iedereen uit bij de pannenkoeken. En daar verklaren we waarom we op lichtmis pannenkoeken eten. Want waar doet de vorm en de kleur van een pannenkoek aan denken??? Juist, aan de zon die nu snel in kracht toeneemt!